Fiscale maatregelen 2020
In de laatste maanden van het jaar worden de nieuwe plannen voor het komende belastingjaar weer bekend gemaakt. De meeste definitieve plannen hebben wij reeds eerder uitvoerig gecommuniceerd. Verder staan in het onderstaande overzicht de mogelijke wijzigingen per 1 januari 2020 die voortkomen uit Prinsjesdag. Die belastingplannen behoeven uiteraard nog wel eerst goedkeuring van de Eerste en Tweede Kamer.
Inkomstenbelasting
Zelfstandigenaftrek wordt verlaagd
De zelfstandigenaftrek (€ 7.280), waarop recht bestaat bij het voldoen aan het urencriterium (1.225 uur), wordt de komende 9 jaar afgebouwd. Jaarlijks zal de zelfstandigenaftrek met € 250 verlaagd worden en in 2028 met € 280 tot uiteindelijk € 5.000. Voor 2020 bedraagt de zelfstandigenaftrek derhalve nog € 7.030.
Tarief Box 1 en heffingskortingen
Het eerder aangekondigde tweeschijvenstelsel voor box 1 zal versneld per 2020 ingevoerd gaan worden. Dit houdt in dat tot een inkomen van circa € 68.500 de heffing 37,35 procent zal bedragen, terwijl het meerdere tegen 49,5 procent zal worden belast. Voor AOW-gerechtigden is er nog een verlaagd tarief van 19,45 procent tot een inkomen van circa € 34.700, daar zij geen premies hoeven te betalen.
Tegelijkertijd gaan ook de maximale algemene heffingskorting en de arbeidskorting omhoog. Voor een inkomen boven de € 20.700 wordt de algemene heffingskorting echter weer sneller afgebouwd. Bij de arbeidskorting is dit vanaf een inkomen van circa € 34.000.
Eigenwoningforfait
Het eigenwoningforfait van woningen van meer dan € 75.000 gaat omlaag naar 0,6 procent van de WOZ. Uiteindelijk zal dit stapsgewijs verlaagd worden naar 0,45 procent. Voor woningen met een WOZ van meer dan € 1.080.000 wordt het meerdere nog steeds belast tegen 2,35 procent.
Aftrekposten
Het maximale tarief voor bepaalde aftrekposten, waaronder hypotheekrente, alimentatie, zorgkosten, scholingsuitgaven en giften, wordt verder verlaagd naar 46 procent in 2020. Dit zal uiteindelijk nog verder worden afgebouwd zoals het er nu naar uitziet naar 37,10 procent in 2023, het dan geldende belastingtarief van de eerste schijf.
Scholingskosten
Ondanks de verschillende voorstellen blijft de aftrek van scholingsuitgaven ook in 2020 bestaan. De kwalificerende scholingsuitgaven zijn aftrekbaar met inachtneming van een drempel van € 250. Waarschijnlijk gaat deze aftrekpost per 2021 vervangen worden door een subsidieregeling.
Tarief box 2
Zoals eerder aangekondigd zal het tarief van box 2 (dividenden en vervreemdingswinsten uit aanmerkelijk belang aandelen) omhoog gaan naar 26,25 procent. Dit tarief zal in 2021 verder oplopen naar 26,9 procent.
Box 3
Over de belasting op spaargeld is de afgelopen tijd enorm veel gezegd en geschreven. Hoewel de uitspraak van de Hoge Raad niet tot verlaging van de belastingheffing in box 3 heeft geleid, tenzij je aantoonbaar kunt maken dat er sprake is van een buitensporige last, zal de heffing in box 3 worden aangepakt. Momenteel broedt men op een wetsvoorstel, waarbij voor de heffing meer zal worden aangesloten bij het daadwerkelijk behaalde rendement. Daarbij zal per belastingplichtige in geval van spaargeld geen heffing plaatsvinden tot € 440.000. Naar verwachting zal het wetsvoorstel komende zomer verschijnen en zal de aanpassing niet eerder ingaan dan 1 januari 2022.
Vennootschapsbelasting
Tarief
De stapsgewijze verlaging van de vennootschapsbelasting zal door worden gezet, waarbij het tarief van de eerste schijf (tot € 200.000) verlaagd worden naar 16,5 procent. Overeenkomstig voorgaand jaar is ten aanzien van de tweede schijf (boven de € 200.000) wel weer afgezien van een verlaging. Derhalve blijft dat tarief 25 procent.
Betalingskorting
De betalingskorting die verleend wordt bij het ineens voldoen van een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting die in termijnen betaald had mogen worden, zal per 2021 komen te vervallen.
Innovatiebox
Het effectieve tarief voor de innovatiebox wordt per 1 januari 2020 verhoogd van 7 naar 9 procent.
Overige
Overdrachtsbelasting
Het kabinet is voornemens de overdrachtsbelasting te verhogen van 6 naar 7 procent. Het verlaagde tarief voor woningen (2 procent) blijft wel in stand. Tevens worden starters op de woningmarkt mogelijk vrijgesteld van overdrachtsbelasting.
Kleineondernemingsregeling (KOR) voor de btw
Zoals eerder uitvoerig gecommuniceerd zal de vernieuwde KOR in werking treden. Onder voorwaarden kan een ondernemer gebruik maken van een vrijstelling van btw bij een omzet per kalenderjaar van minder dan € 20.000. De nieuwe KOR is toegankelijk voor alle btw-ondernemers die in Nederland zijn gevestigd.
Bijtelling elektrische auto
Met ingang van 2020 stijgt de bijtelling voor nieuwe elektrische auto’s van 4 naar 8 procent over de eerste € 45.000 van de cataloguswaarde. En jaarlijks zal dit verder worden verhoogd tot uiteindelijk 22 procent in 2026.
Werkkostenregeling
Het percentage zal worden verhoogd naar 1,7 procent voor de eerste € 400.000 van de loonsom. Voor het restant blijft het percentage van 1,2 gelden.
Voor vragen naar aanleiding van het bovenstaande kunt u altijd contact opnemen met een van onze medewerkers.