Het vennootschapsbelasting tarief wordt verlaagd
In 2018 kent de vennootschapsbelasting een tarief van 25% (20% voor de eerste € 200.000). Stapsgewijs zal het tarief worden verlaagd naar uiteindelijk 22,25% (16% voor de eerste € 200.000) in 2021. Voor 2019 resulteert dit in een tarief van 24,3% (19% voor de eerste € 200.000) Het eerdere plan voor het verlengen van de eerste schijf heeft geen doorgang gevonden.
Belastingheffing schulden DGA aan BV
De voorgenomen wetswijziging ten aanzien van de belastingheffing op schulden van de DGA aan zijn/haar BV zal pas in het voorjaar van 2019 worden voorgelegd.
Een goedkeuring houdt in dat alle bedragen boven de € 500.000 die een DGA schuldig is aan zijn/haar BV, met ingang van 1 januari 2022 als belaste dividenduitkering zal worden aangemerkt.
Wel zal er voor bestaande eigenwoningschulden een overgangsregeling in het leven geroepen worden. Op dit moment bestaat er echter nog veel weerstand en onduidelijkheid ten aanzien van deze regeling.
Aftrekbeperking hypotheekrente en overige aftrekposten
Jaarlijks wordt het maximale tarief waartegen de kosten van de eigen woning in aftrek gebracht kunnen worden met een 0,5%-punt verlaagd. Voor 2019 houdt dit in dat de aftrek eigen woning nog mogelijk is tegen 49%. Vanaf 2020 zal het tarief jaarlijks met 3%-punt verder afnemen.
De overige aftrekposten in box 1 zijn in 2019 nog aftrekbaar tegen het geldende belastingtarief (51,75%). Vanaf 2020 wordt dit echter verlaagd naar 46%, zodat dit overeenkomt met de aftrek eigen woning.
Verhoging vrijwilligersvergoeding
Momenteel mag per vrijwilliger een bedrag van € 150 per maand (jaarlijks maximaal € 1.500) aan vrijwilligersvergoeding worden uitbetaald zonder dat daarover loonheffingen ingehouden en afgedragen hoeven te worden. Het kabinet stelt voor deze vrijwilligersvergoeding te verhogen naar € 170 per maand (jaarlijks maximaal € 1.700).
BTW tarief van 6% verhoogd naar 9%
Zaken als voedingsmiddelen, medische hulpmiddelen, medicijnen, kappers, bioscopen, hotels en musea worden duurder vanaf 1 januari 2019, want het BTW tarief stijgt naar 9% (was 6%).
Als de betaling echter vóór 1 januari 2019 heeft plaatsgevonden, geldt nog wel het tarief van 6%.
In een eerder stadium hebben wij jullie bericht over de aanstaande afschaffing aftrek voor monumentenpanden, de verdere afschrijvingsbeperking en de beperking van voorwaartse verliesverrekening. Deze plannen zullen vanaf 1 januari 2019 in werking treden. Hieronder volgt een korte uiteenzetting.
Subsidieregeling monumentenpand
Momenteel bestaat er recht op 80% aftrek van de gemaakte onderhoudskosten voor een monumentenpand in de aangifte inkomstenbelasting. Deze regeling komt echter per 1 januari 2019 te vervallen.
Vanaf 1 januari 2019 geldt er een minder voordelige subsidieregeling. De subsidie bedraagt 35% van de gemaakte onderhoudskosten, die minimaal € 1.000 moeten bedragen en geldt enkel voor eigenaar-bewoners van het monumentenpand. Voor de kwalificerende onderhoudskosten wordt aangesloten bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten. De subsidie dient aangevraagd te worden in de periode 1 maart tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar.
De subsidieregeling is fiscaal minder aantrekkelijk, waardoor het wellicht interessant kan zijn om geplande onderhoudswerkzaamheden aan het monumentenpand nog in 2018 te laten uitvoeren.
Verdere afschrijvingsbeperking gebouw in eigen gebruik
Gebouwen van vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen die in eigen gebruik zijn, mogen tot 50% van de WOZ-waarde worden afgeschreven.
Met ingang van 1 januari 2019 wordt dit beperkt tot 100% van de WOZ-waarde. Deze afschrijvingsbeperking van 100% gold reeds voor gebouwen die ter beschikking gesteld worden.
Voor ondernemingen binnen de inkomstenbelasting blijft de afschrijvingsmogelijkheid gehandhaafd op 50% van de WOZ-waarde.
Beperking voorwaartse verliesverrekening
Binnen de vennootschapsbelasting wordt de mogelijkheid om verliezen uit voorgaande jaren te verrekenen met toekomstige belastbare winsten beperkt van 9 jaar naar maximaal 6 jaar.
Voor het eerst geldt dit voor de verliezen geleden in het jaar 2019, waardoor deze uiterlijk in 2025 verrekend kunnen worden.
Deze beperking geldt eveneens voor de verliesverrekening in box 2 van de inkomstenbelasting.