De
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is een van de
maatregelen van het kabinet om ondernemers te ondersteunen tijdens de
coronacrisis. De regeling is voor zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers.
Het voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen
door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt. En in een lening voor
bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te
vangen. Lees hier meer over de Tozo 3 die ingaat per 1 oktober 2020.
Tozo
3 aanvragen:
Tot
1 oktober 2020 kunt u Tozo 2 aanvragen. Na 1 oktober kunt u Tozo 3 aanvragen
bij uw woongemeente. Als u al een Tozo 2-uitkering ontvangt, kunt u een verkort
aanvraagformulier indienen zodra uw woongemeente de aanvraagprocedure gereed
heeft. Uw Tozo 2 uitkering wordt niet automatisch verlengd. U dient bij uw
aanvraag aan te geven of uw situatie sinds uw vorige aanvraag wel of niet
veranderd is. Ook verklaart u dat uw totaal aan beschikbare geldmiddelen lager
is dan de toegestane grens van € 46.520. Houd de website van uw gemeente in de
gaten voor meer informatie.
Uitkering
tot 1 juli 2021:
De
uitkering levensonderhoud kan als u aan de voorwaarden voldoet worden toegekend
over de maanden oktober 2020 tot en met juni 2021. U kunt zelf aangeven voor
hoeveel maanden u een uitkering wilt aanvragen.
Aanvragen
met terugwerkende kracht:
Tozo
3 kan, in afwijking van Tozo 1 en Tozo 2, niet over de gehele aanvraagperiode
met terugwerkende kracht worden aangevraagd. De uitkering levensonderhoud op
basis van de Tozo 3 kan in de maanden oktober en november 2020 met
terugwerkende tot maximaal 1 oktober 2020 aangevraagd worden. Wanneer u
bijvoorbeeld op 15 november een aanvraag indient dan kunt u de uitkering
levensonderhoud nog aanvragen vanaf 1 oktober 2020. Vanaf 1 december 2020 kan
de uitkering levensonderhoud op basis van Tozo 3 aangevraagd worden vanaf de 1e
van de maand waarin de aanvraag is gedaan. Vraagt u bijvoorbeeld een uitkering
voor levensonderhoud aan op 15 december 2020, dan kan kunt u deze uitkering met
terugwerkende kracht aanvragen vanaf 1 december 2020. Het is met ingang van 1
december 2020 niet langer mogelijk om nog een uitkering aan te vragen met
terugwerkende kracht vanaf 1 oktober.
Verklaring
bij de aanvraag en controle achteraf:
De
gemeente kan zowel bij de aanvraag, als ook achteraf uw gegevens controleren.
De gemeente mag bij andere instanties en personen informatie over u en uw
partner opvragen die relevant zijn voor de regeling. Zo kan de gemeente
controleren of u de juiste uitkering heeft ontvangen. Blijkt bij controle dat u
te veel heeft ontvangen? Dan moet u het teveel ontvangen bedrag terugbetalen.
Heeft u te weinig ontvangen? Dan betaalt de gemeente nog een bedrag na. Wanneer
u met opzet onjuiste gegevens heeft verstrekt, moet de gemeente u een boete
opleggen en wordt de bijstand teruggevorderd.
Voorkom
kosten achteraf, geef wijzigingen direct door bij uw gemeente:
Bij
een aanvraag uitkering voor levensonderhoud op basis van Tozo 3 geeft u een
inschatting van uw inkomsten (en die van uw partner) voor de aankomende maanden
(maximaal 9 maanden). Het is voorstelbaar dat u uw inkomsten voor die maanden
nog niet goed kan inschatten. Blijkt later dat de inschatting niet correct is,
dan moet u de gemeente daarover zo snel mogelijk informeren (dat is uw
inlichtingenplicht). Ook andere gewijzigde omstandigheden die invloed kunnen
hebben op uw uitkering moet u doorgeven aan de gemeente.
Toets
op beschikbare geldmiddelen:
Per
1 oktober 2020 wordt in de Tozo 3 een beperkte vermogenstoets op beschikbare
geldmiddelen ingevoerd. Deze toets komt in aanvulling op de toetsen die in de
Tozo 2 bestaan. De toets op beschikbare geldmiddelen is zodanig vormgegeven dat
zelfstandigen niet worden gedwongen onderdelen van hun bedrijf te liquideren. Dit
zou namelijk ten koste gaan van de levensvatbaarheid van de onderneming. De
toets houdt in dat ondernemers met meer dan € 46.520 aan beschikbare
geldmiddelen niet in aanmerking komen voor de Tozo 3.
De
beschikbare geldmiddelen worden meegeteld van:
uzelf;
uw
partner;
uw
inwonende kinderen jonger dan 18 jaar;
die
van uw bedrijf als u een eenmanszaak heeft.
Beschikbare
geldmiddelen
Met
beschikbare geldmiddelen wordt bedoeld geldmiddelen waarover de ondernemer
beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Het gaat dus ook om middelen die tot
geld omgezet kunnen worden. Beschikbare geldmiddelen zijn:
- contant
geld;
- geld
op betaal- en spaarrekeningen (zowel in Nederlandse als buitenlandse valuta),
exclusief (spaar)deposito’s die niet direct beschikbaar kunnen worden gemaakt.
Een depositorekening dient wél meegerekend te worden als u een boete moet
betalen om het geld per direct beschikbaar te krijgen. Een depositorekening
dient niet meegerekend te worden indien de voorwaarden het direct beschikbaar
maken onmogelijk maken;
- cryptovaluta
(zoals bitcoins);
- de
waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen,
obligaties, en opties en effecten in depot).
Uitgezonderd
zijn:
- Aandelen
in de eigen onderneming;
- Aandelen
op uw naam;
- Aandelen
welke niet direct in geld kunnen worden omgezet (bijvoorbeeld een aandeel waar
een pandrecht op rust dat niet snel opgeheven kan worden).
Geldmiddelen
die niet mee tellen zijn:
Ander
vermogen dan hiervoor genoemd, waaronder dat uit de eigen woning, afgeschermd
pensioen, bedrijfspand, machines, zakelijke apparatuur en voorraden. Daarnaast
is er een lijst met uitkeringen en vergoedingen die worden vrijgelaten. Heeft u
een eenmanszaak? De Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL) en een tegemoetkoming
uit de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) hoeft u tot
3 maanden na uitbetaling niet mee te rekenen. Dit volledige bedrag mag u
gedurende deze 3 maanden van het totale bedrag aan beschikbare geldmiddelen
aftrekken.
Peildatum
van de toets op beschikbare geldmiddelen:
Voor
de hoogte van uw beschikbare geldmiddelen wordt een peildatum gebruikt. Deze
datum hangt af van de ingangsdatum van uw aanvraag. Vraagt u de uitkering aan
met terugwerkende kracht vanaf de 1e van de maand? Dan moet u de hoogte van de
beschikbare geldmiddelen op de dag voorafgaand aan die 1e van de maand
berekenen. Bijvoorbeeld: vraagt u op 10 oktober 2020 Tozo 3 aan met ingang van
1 oktober 2020? Dan berekent u de hoogte van uw beschikbare geldmiddelen op 30
september 2020. Vraagt u de uitkering aan vanaf een datum in de toekomst? Dan
berekent u de hoogte van de beschikbare geldmiddelen op de dag voorafgaand aan
de dag waarop u de uitkering aanvraagt. Bijvoorbeeld: vraagt u Tozo 3 op 15
oktober 2020 aan vanaf 1 november 2020? Dan berekent u de hoogte van de
beschikbare geldmiddelen op 14 oktober 2020.
Spaargeld
dat is bedoeld voor pensioen, arbeidsongeschiktheid, belasting of de studie van
kinderen:
Al
het geld dat u op betaal- en spaarrekeningen heeft staan telt mee voor de toets
op de beschikbare geldmiddelen (met uitzondering van depositorekeningen waarvan
de voorwaarden het direct beschikbaar maken onmogelijk maken). Ander vermogen,
waaronder dat uit de eigen woning, bedrijfspand, machines, zakelijke apparatuur
en voorraden, wordt buiten beschouwing gelaten. Ook het hebben van een
arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft geen invloed op de beschikbare
geldmiddelen. Daarnaast blijft afgeschermd pensioen buiten beschouwing. Onder
afgeschermde middelen wordt bijvoorbeeld verstaan: kapitaalverzekeringen
(waaronder lijfrente) of een depositorekening waarbij tussentijds opnemen van
het geld volgens de voorwaarden onmogelijk is. Als u een boete moet betalen
voor het opnemen van geld van een depositorekening telt het geld op deze
rekening wél mee voor de beschikbare geldmiddelen. Vanwege
uitvoerbaarheidsoverwegingen is ervoor gekozen om een beperkte vermogenstoets
te hanteren. Daarom is enerzijds gekozen voor een behoorlijk hoog bedrag (in
vergelijking met wat bij de Participatiewet geldt) en hoeft u alleen
beschikbare geldmiddelen mee te tellen en geen ander vermogen. Anderzijds is
het daardoor niet mogelijk om rekening te houden met de intentie waarmee u
gespaard heeft. Ook het geld dat u op uw betaal- en spaarrekeningen heeft staan
dat is bedoeld voor bijvoorbeeld pensioen, arbeidsongeschiktheid, een verwachte
belastingaanslag of de studie van uw kinderen telt u mee bij de toets op
beschikbare geldmiddelen. Ditzelfde geldt voor de beschikbare geldmiddelen van uw
partner en uw inwonende kinderen tot 18 jaar.
Partnerinkomenstoets
blijft van kracht:
De
partnerinkomenstoets wordt ook bij Tozo 3 uitgevoerd als u de aanvullende
uitkering levensonderhoud aanvraagt. De partnerinkomenstoets houdt in dat het
inkomen van de partner word meegeteld het bepalen van de hoogte van uitkering.
Als het huishoudinkomen boven het sociaal minimum komt, kunt u, net als bij
Tozo 2 geen aanspraak maken op Tozo 3-uitkering levensonderhoud.
Bij
vragen over deze regelingen helpt het team van Heijmans & Partners u graag
verder. Neem in dat geval contact met ons op.